‘Dit gaat nooit meer uit mijn kop’

‘Zaterdagochtend 31 maart, Stille zaterdag. Te midden van duizenden mensen in hardloopkleren is het stil. Waarvoor stilte wordt gevraagd, weet ik niet. Maar het is indrukwekkend. Mijn hart klopt luid in mijn keel. Ik sta op de stoeprand en kijk uit over de massa. Het is bijna half zeven. Het Zuidafrikaanse volkslied wordt aangeheven. De melodie, gezongen door duizenden stemmen, raakt me diep en tranen stromen zomaar over mijn wangen. Drie lopers, duidelijk van hier, kloppen mij op de schouders, geven een hug. Ik stamel dat de emoties mij te veel worden. Hoe zeg je dat in het Engels? Dit is zo bizar. Dit is… hoe de Two Oceans Marathon van start gaat.’

Christl Foekema is een ervaren hardloopster. Ze is één van de trainers bij haar club AV Triathlon in Amersfoort. En loopt zelf ook veel. Al meer dan 20 marathons en 6 ultra’s. Christl liep niet eerder zo ver van huis als dit jaar, op Paaszaterdag 2018. Ze ging het avontuur aan en liep de Two Oceans Marathon met team Hardlopen in Zuid-Afrika. 56 Kilometer over het Kaaps Schiereiland, aan de andere kant van de wereld.

‘Of was de start toch veel eerder? Bijna een jaar geleden gingen we met z’n vieren naar een informatieavond in Zwolle. Ene Marco en Ed (nooit van gehoord) hadden een loopreis in de aanbieding. Hoewel aanbieding… ik was vooraf wel sceptisch over de kosten. Zou ik dat bedrag over hebben voor één hardloopwedstrijd? Aan het eind van de avond was ik om en een week later waren we allemaal ingeschreven. Uit de startblokken!

Het is nog donker op deze vroege ochtend. We zijn om 4 uur uit ons gerieflijke hotel vertrokken. Chauffeur Hans, een goedmoedige kerel die Engels én Afrikaans kletst, heeft ons tot op een kilometer of twee van de start gebracht. In de bus verorber ik mijn ontbijt. Maatwerk: je kon gisteren opgeven wat je graag als ‘runners food’ wilde hebben. Twee yoghurts met mijn Carboloader, een banaan… Ik bereid me volgens mijn vaste rituelen voor op deze tocht der tochten. Laat maar komen!

De weg naar Kaapstad was lang, heel lang. En geplaveid met vele trainingskilometers. Ik vond het een uitdaging om mijn eigen trainingsschema te maken. Gewapend met de kennis en ervaring van ruim 20 marathons en 40 halve, plus een handvol ultra-afstanden, aangevuld met de tips van Ed en Marco en schema’s van andere lopers heb ik een trainingsprogramma opgesteld dat helemaal aansloot bij mijn werk- en privé agenda. Vier, soms vijf keer per week trainen. Dat was te doen, eigenlijk niet anders dan gewoon. Een nieuw element was: in januari, februari én maart een marathon lopen. Gewoon om de afstand in je benen te krijgen.

En we zijn weg! Ik loop te stralen. We mogen! Niet te hard, niet te hard, maan ik mezelf. De eerste kilometers is het wennen om in zo’n meute te lopen en de cat’s eyes (akelige reflectors op het wegdek) te omzeilen. Bij de eerste drankpost is het goed opletten hoe dat er hier aan toe gaat. Je krijgt een plastic zakje met water dat je met je tanden open bijt. Handig. Genoeg verzorging onderweg: water, sportdrank, banaan – en bij de 28 km een zoute aardappel. Die smaakt goed!

Lang was ook de vliegreis naar Kaapstad. Door een slechte aansluiting moesten we een dag bivakkeren in Dubai. Geen straf, want er was een hotel met zwembad beschikbaar. Bijzonder om in deze stad rond te toeren. Maar we keken reikhalzend uit naar de landing in Cape Town: de stad van de Two Oceans Marathon. Onze voortreffelijke ‘captain’ Julia, die hier alles voor ons regelde, stond ons op het vliegveld op te wachten. Binnen korte tijd werden we voor hotel Winchester Mansions afgezet. Prachtig zicht op de Atlantische Oceaan aan de ene kant, en de Tafelberg aan de andere kant.

De eerste 20 km zitten er al op en daar ligt de Indische Oceaan aan mijn linkerhand! Ik loop redelijk volgens mijn tijdschema, gericht op finishen binnen de zes uur. Eerder deze week heeft onze gids Rod ons verklapt dat dit stukje oceaan eigenlijk ook bij de Atlantische hoort. Het best bewaarde geheim van deze ultraloop. Evengoed bijzonder om na een doorsteek van 10 km wéér langs de oceaan te lopen, nu in noordelijke richting. Het lopen gaat als vanzelf. Uitzien naar het 28 km punt, waar de Hollandse supporters staan. En dan steady stijgen naar Chapmans Peak. Die kennen we, daar hebben we al geoefend. Geen centje pijn!

De dagen van de afgelopen week vulden zich met leuke dagtochten. Naar Kaap de Goede Hoop, met ook nog een bezoek aan de pinguinkolonie. Naar de Tafelberg, met het prachtige uitzicht op de stad. Naar de Waterfront, het gezellige en veelzijdige ‘centrum’ van Kaapstad. En niet te vergeten de dagelijkse trainingsloopjes met onze groep, waar het meteen mee klikt. Reisgenoten, loopidioten…

De afdaling doe ik volgens plan: heel langzaam. Iets eten en drinken. Zelfs even wandelen. De wijze raad van Marco en Ed komt goed van pas als daarna het bedrieglijke valst plat volgt richting het marathonpunt. Het is nu warm geworden maar de zeebries maakt het dragelijk. En mijn benen, ze draven maar door. Gewoon omhoog, Konstantia Nek op. Waar het gros van de lopers terugvalt in sjokken en sjouwen. Langs de kant een man met een zoutbus. Doe mij maar wat op mijn hand! Een beetje pit heb je hier wel nodig. Dit is toch het einde…. Dat ik hier écht loop!

Wat ons ook goed heeft gedaan, was de informele sfeer. Zowel in de groep Nederlanders als tijdens onze ontmoetingen met de Kaapse loopgroepen. Het leven komt hier toch een stuk relaxter over dan in het jachtige Nederland. Na een rondje hardlopen een grillworst van de braai, met een lokaal biertje erbij. Kletsen over hardlopen tot je ogen van vermoeidheid dichtvallen.

De afdaling zet door. De laatste kilometers. Ja, ze zijn zwaar. Maar ik kan het. Ik weet het. Ik voel het. Het wordt drukker langs het parcours. Nog een highfive, nog een drankpost… aftellen naar de finish. Ik draai het veld op, ontwaar aan de rechterkant de oranje vlaggen van onze ploeg. Wie zijn er al binnen? En lig ik nog op schema? Jawel hoor. In 5.56 finish ik in ‘the most beautiful marathon of the world.’